moeders op wilde paarden
draafden in een sprookje voorbij
ze waren niet aanspreekbaar
noch keken zij naar mij
ze reden in een straffe rij
regelrecht de afgrond in
daar zochten zij hun zonen
die waken sinds het begin
over onze oermoeder
– verbonden met lucht en water
in wie wij zijn geborgen
vanaf het begin en later –
die strijden tegen de sater
die de aarde niet wil eren
zoals wij van de planten
en de dieren kunnen leren
moeders op wilde paarden
draafden de aarde voorbij
en spraken met hun zonen
over de moeder in mij