daar sta ik achter de kantelen
mijn rol als Zilver toebedeeld
hij die in ons vurig spelen
met strenge hand mijn stem beveelt
hervind mijzelf in acte veertien
maar moet zijn dwingend oog weerstaan
hem niet kussen zelfs nooit weerzien
niet over eigen grenzen gaan
het verstilde hoekjesjanken
verspelen van die eer nooit weer
lig ik warempel op die planken
een burgerlijke conifeer
in de avond op mijn strooienbed
heb ik kamillethee gezet
Tekst:
Het Kale Noorden
2016
© Wikipedia