koningin van de haven

door de nevel langs de rede
ziet de regente van de haven
met haar kranen, torenhoge
schepen komen van de straten

van de zee en zij zal peilen
van de diepten van de geulen
monsters die zij zal verdrijven
tot de schippers zich verheugen

en zij, vanaf de brede kaai
wijst adequaat hun ligplaats aan
een wijle steun en toeverlaat

een wijle in haar koninkrijk
dat vrede en ook rust uitstraalt
tot glorie van de majesteit

————————————

(Voor Liesbeth,
die havenmeester
is geweest.
– Met dank aan
Klaas Knillis Hofstra
voor zijn inbreng.)