de eerste keer dat ik je zag
sloeg jij je zachte ogen neer
en zocht ik weer opnieuw contact
je dwaalde af, toen op die dag
maar later in de avondschemer
zag ik je ogen herverglanzen
ze lieten mij op veren dansen
en nachten dieper verder springen
in mijn onwezenlijkste dromen
al wachtend op een derde maal
verschijn jij ruisloos aan mijn kussen
en verdrink ik in jouw hertenogen
Uit: Aan Mátthias Gelegen