Aangemeerd in Den Andel

 

 

liefje zet de zeilen bij
een storm woedt tomeloos in mij
heden is de grote dag
dat ik met een brede lach
in mijn goudenklompjespas
naar de edelsmid toe mag

jouw naam is in mijn hart gekerfd
klare klanken klinken fraai
verstrengeld in ons beider brein
in jouw armen op de kaai

nu wij hier liggen in het diep
en ons geschil is bijgelegd
kom grenzenloze schippersman
op jouw geboortegrond terecht

ik hoor jou in zilver zingen
de torenklok galmt hoogste tijd
als we over de zeedijk lopen
en ik jou naar de goudsmid leid

liefje zet de zeilen bij
een storm woedt tomeloos in mij
heden is de grote dag
dat ik met een brede lach
in mijn goudenklompjespas
naar de edelsmid toe mag

—————————————

 

(Geschreven in samenwerking
met dichtvriend
Klaas Knillis Hofstra.)

 

© B.U.