herinnering aan een commandeur
10 november 2020
diep in de nacht de commandeur en ik
bespraken het onnoembare vooral
niet vrijuit te benoemen maar de maan
scheen zo zacht en de sterren straalden
dwars en fel door onze weerstand heen
en we zongen en haalden uit naar de onderstromen
in erbarmen troffen wij de naam van het diepste
een schicht sloeg en siste scherp door het zwart
uit de lucht door het water
de spiegel brak open en het zicht op de bodem
benam hem de adem
de onzichtbare klank van de leegte
en ik zong en haalde uit in de bovenstromen
en ik voerde in erbarmen zijn naam in de hoogte
mijn commandeur
en ik voer verder
over de stuwende golven van de tijd
verdreven verwaterd verzonken
alleen vereeuwigd in mijn gedachten
ligt mijn liefde voor hem verankerd