Brief aan een Zuiderling
Van: Leontine Wagter
Aan: Een Zuiderling
Het Kale Noorden, 31 december 2015
eind december 2015
begin januari 2016
Gij
Op een dag loop ik langs de Krijtkust
Daar krijt ik verzen op een wand
De zin waar mijn hand bij ‘Gij’ rust
Zet het koele krijt in brand
Over zee schijnt de gouden vlamgloed
Naar het strand waar gij verwacht
Het water dat gij in uw hand neemt
Licht op in de zwarte nacht
Langs de klif glijdt mijn vers over ’t zeeglas
De glanzende woorden op reis
De adem die ik aan ze meegaf
Leest gij daar in ’t zand van Kaleis
Op golven rolt de scherpe g-klank
Van ‘Gij’ over zand terug naar zee
Spoelt aan op een blanke zandbank
Zacht schallende tussen ons twee
Met armen gespreid naar de zandplaat
Neem waar van de klif in een bries
Hoe de klank met het suizen meegaat
Gij die g~ nieuw leven inblies
Op de wind speelt in geuren de vuurtong
In een ruime boog over zee
Mijn vers dat ik enkel voor u zong
Draag ik in herinnering mee
Leontine Wagter
(Uit: Brieven uit de vier windrichtingen)